Bukhara: historie, sfeer en geldperikelen
Door: Esther
Blijf op de hoogte en volg Esther
02 Oktober 2013 | Oezbekistan, Buchara
Maar genoeg historie, we beginnen de dag met een heerlijk ontbijt: eieren, een pannenkoek, brood, yoghurt, jam, kaas, pruimensap en koffie en thee. Het oude centrum van Bukhara is vrij compact, dus de bezienswaardigheden zijn allemaal aan te lopen. Ons guesthouse ligt naast het Lyabi Hauz, een complex rond een reservoir gebouwd in 1620 en gevoed door ondergrondse kanalen. Drie grote gebouwen staan nog rond het reservoir, namelijk de Khanakha moskee, Medrassa of Nadir Devan Beghi en de Kulkedash Medrassa. Medrassa’s zijn Islamitische leerscholen en bestaan uit een mooie voorgevel met daarachter een binnenplaats en allerlei kamers, waar nu geen leerlingen meer zijn, maar souvenirwinkels. Vooral de daken en koepels binnen zijn erg mooi om te zien. Tijdens de Sovjet periode werden de medrassa’s gebruikt als hotel en bordeel. Hierna volgen we het kanaal westwaarts door een kleine overdekte bazaar tot aan het Samani Park. Hier zijn ook nog twee medrassa’s die we alleen van de buitenkant kunnen bekijken. Het park zelf is heel levendig, er is een permanent klein pretpark voor kinderen met een achtbaan en reuzenrad, en er worden optredens gegeven door een clown.
Wij bezoeken het Ismail Samani mausoleum uit 905. De vierkante vorm is gebouwd als een belangrijk bouwwerk in Mekka en de koepel erboven symboliseert de hemel. Het is een millennium lang een van de heiligste plaatsen van Bukhara en een belangrijk pelgrimsoord. We lopen langs een reservoir en de oude stadsmuur de Kolkhoz Bazaar op. Net als in Tashkent is het hier erg druk en worden groente, kruiden, specerijen en andere levensmiddelen verhandeld. Wij kijken geanimeerd hoe de handelaren, veelal vrouwen, hun waar verkopen. Waar eten verkocht wordt kan ook gegeten worden, en niet veel later zitten we aan de sjasliek, brood en een salade van tomaat en komkommer. De Oezbeken kunnen het niet laten om ons aan te staren, dat is wel anders als in Kirgizië, terwijl ze hier toeristen gewend zijn.
Na de lunch lopen we terug naar de guesthouse, het is inmiddels al weer erg heet geworden. De airco doet wonderen. In de binnentuin is het ook aangenaam, aangezien de zon daar nooit komt. Later die middag nemen we de bus, een ritje kost 500 som (16 cent), naar het Sitorai Makhi Khosa. Dit was het zomerpaleis van Emir Khan, de laatste emir van de regio, en gebouwd vanaf 1911. De buitenpoort is mooi versierd in allerlei kleuren en voert naar een tuin met veel bomen en rozen. Het paleis zelf ziet er van buiten een beetje afgebladderd uit en is ontworpen door Russische architecten. De binnenkant is geheel door lokale architecten ingericht. We komen eerst in een mooie, witte dinerzaal en vervolgens door een zaal met allemaal spiegels, de slaapkamer van de emir en een zaal met een indrukwekkend rood dak. Er bevinden zich nog twee musea in het complex, maar die waren helaas (een terugkerend fenomeen voor ons in Oezbekistan) gesloten. We zitten nog wat in de koele tuin en nemen de bus terug naar het centrum. We besluiten het er eens van te nemen en gaan een sjiek ogend restaurant in wat veel door tourgroepen wordt gebruikt. Het is nog vroeg, we zijn alleen en de tafels worden nog gedekt. We nemen een Franse biefstuk met champignons, saus, groenten en friet. Na lang wachten, ze waren om vijf uur nog niet klaar voor klanten, krijgen we ons eten, wat ons zeer goed smaakt. De rekening is voor Oezbeekse begrippen erg hoog, 41000 som (een kleine 14 euro). ’s Avonds lopen we nog langs de vele souvenirstalletjes en peilen we de prijzen, we merken dat ze meteen omlaag gaan als je iets eerst pakt en daarna weg wil lopen. Bij het Lyabi Hauz zitten een hoop tourgroepen te eten onder het vermaak van zang, wat later gaan de voetjes van de vloer, wij kijken geamuseerd toe hoe de 50+ers de dansvloer onveilig maken.
De volgende ochtend gaan we eerst op Dollarjacht. We kunnen het hotel in Euro’s betalen, maar dan krijgen we een zeer slechte koers en we willen ook nog wat Dollar’s voor souvenirs hebben. De Asaka bank zou Mastercard en zelfs Maestro aankunnen, dus wij ernaartoe. Niemand lijkt Engels de durven spreken, tot we uiteindelijk aan een balie voor plastic kaarten komen, ja ja. Aangezien het gisteren Teachers Day was en de bank vier dagen dicht is geweest werken de systemen pas na drie uur vanmiddag, dan kunnen we zeker geld krijgen. Of we van Euro’s naar Dollars kunnen wisselen, op de website van de bank staan mooie wisselkoersen, van Euro naar Som is geen probleem, maar dan naar Dollars, dat gaat niet hoor. Waarom? Dat is zo. Ja, ja, wij naar de Nationale Bank van Oezbekistan. Daar sprak een vrouw goed Engels en we kregen weer hetzelfde verhaal, niet naar Dollars wisselen. De vrouw die er over gaat wordt erbij gehaald, ze schudt hard haar hoofd en loopt snel weg als ze hoort dat we naar Dollars willen wisselen. De vrouw legt uit dat we een papier nodig hebben waarop staat dat we van Euro’s naar Sommen hebben gewisseld alvorens we naar Dollars kunnen wisselen. Nou goed dan, dan doen we dat toch hier, hebben we het papier en geeft u ons Dollars. Nee, nee, dat kan niet, we zitten dan met teveel geld dat we mee naar huis nemen. Huh? Naar huis, we gaan het uitgeven. Niets helpt, ze doen het niet en zijn blijkbaar bang voor de overheidsregels die dit onmogelijk maken. Op de staat krijg je ook zo’n slechte koers en voor creditcard opnames ook, dus we besluiten het hotel in Euro’s te betalen en in Samarkand nog wel eens te kijken naar Dollars.
We gaan terug naar het Lyabi Hauz en lopen richting de Ulug Beg Madrassa gebouwd in 1417 door de kleinzoon van Timur. Wij vinden de binnenplaats niet erg indrukwekkend en gaan naar het tegenovergelegen Abd al-Aziz Khan Madrassa (1652). Deze heeft een indrukwekkende ingang beschilderd met vele kleuren. Binnen is een ruimte die is ingericht als museum voor houtsnijkunst, maar interessanter zijn de muren en het dak die beschilderd en betegeld zijn met mozaïeken en gekleurde stalactieten. Zoals overal is de binnenplaats omgetoverd tot souvenirwinkel. We wisselen geld bij een nerveus ogende man, elk briefje wordt nageteld. Hij wil ook nog wel een 2 euro munt van ons kopen voor zijn verzameling en zijn vrouw kan volgens hem heerlijk koken. We zeggen dat we misschien nog wel terug komen. Het nabijgelegen Poi Kaylon is de trekpleister van Bukhara. Het plein wordt gedomineerd door de 45 meter hoge Poylon Minaret (1127) en moet toen het hoogste vrijstaande bouwwerk ter wereld zijn geweest. Links van de minaret ligt het Mir-i Arab Madrassa, welke nog steeds in gebruik is en alleen vanaf de ingang kan worden bezichtigd. Deze madrassa is gebouwd door de verkoop van 3000 Perzische slaven in de 16e eeuw. De school wordt gezien als een van de beste in de Arabische wereld. Aan de andere kant van het plein ligt de Kaylon Moskee die plaats biedt aan 10.000 gelovigen en op de fundamenten staat van een oude moskee uit de 8e eeuw. Deze is helaas verloren gegaan toen de grote Ghengis Khan de stad veroverde. De Moskee bestaat uit een groot plein met aan het hoofd een koepel die als geluidsversterker voor de Iman dient. Aan de zijkant bevinden zich 208 kolommen en 288 koepels.
Naast de moskee is een juwelenbazaar waar we overheen lopen, maar het meeste is goud en de oorbellen zijn heel erg groot. We eten een Oezbeekse hot-dog en lopen door naar de Ark. Dit is een fort uit de 5e of 6e eeuw en het meeste van wat er nu nog staat uit de 16e. In 1920 zijn 80% van de gebouwen afgebrand, vermoedelijk het werk van Bolsjewieken. We betalen de entreeprijs, die vandaag lager is doordat de meeste musea gesloten zijn. Wij klimmen naar boven, van waar je een mooi uitzicht hebt op dit deel van de stad. Om heel eerlijk te zijn valt er vandaag niet veel in de Ark te zien, alles zit op slot en dan blijven alleen een paar witte gebouwen over. Teleurgesteld staan we een kwartier later weer beneden. We gaan terug naar de guesthouse om in de binnenplaats wat verkoeling te zoeken. ’s Avonds arriveren er twee groepen Fransen, die gelukkig snel weer vertrekken voor hun diner. Wij doen het lekker rustig aan en lezen en computeren wat onder het genot van een kopje thee.
Hoewel Bukhara een prachtig centrum heeft wordt het ook gedomineerd door de tourgroepen en het daarbij horende toerisme. We zien heel veel Franse groepen van 50 en 60-plussers, en ook wat Duitsers, Spanjaarden en Portugezen. Nederlanders zijn de opvallende afwezigen. Veel alleenreizenden en jongeren zien we niet, diegenen die we zien zijn vooral wat oudere stellen die met een privégids op stap zijn. Je merkt dat de tourgroepen de prijzen in de stad opdrijven door met hun dollars te strooien, bijvoorbeeld aan de te hoge prijzen van het eten en de souvenirs, die veel hoger zijn als in Tashkent. De mensen zijn heel erg vriendelijk en behulpzaam, taxichauffeurs helpen overal je backpack op je rug te doen, iets wat wij nog nergens hebben meegemaakt. Toch merk je ook dat ze als ze kunnen je proberen op te lichten, bijvoorbeeld in restaurants door met een bedrag te komen wat helemaal niet kan. Dan gaan ze terugrekenen op de rekenmachine en is het ineens lager.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley